Uncategorized

Het Zijn dat Zichzelf Uitstrekt

Hoe het bewustzijn zichzelf opent en ontvankelijk wordt voor de wereld

Deel I: Het Zijn dat Zichzelf Uitstrekt – Begin van Ecstatologisch Bewustzijn

Hoofdstuk 1: De Poort naar Extase

Samenvatting:
In dit deel wordt de oorsprong van het ecstatologisch bewustzijn ontvouwd. Het onderzoekt hoe het Zelf zich uitstrekt voorbij zijn grenzen en ontvankelijk wordt voor de wereld. Intentie en openheid vormen de primaire beweging van het Zijn, de eerste ademtocht van het mystagogische pad.

Teaser:
Leer hoe jouw bewustzijn niet slechts waarnemer is, maar deelnemer — een levend veld dat zich uitstrekt, luistert en resoneert met het mysterie van het Zijn.

Er bestaat een ervaring die het bewustzijn oproept tot een radicale verschuiving: het moment waarin het zelf zijn gebruikelijke grenzen verliest en een grotere ruimte betreedt. Dit is de poort naar extase — het begin van wat wij het ecstatologisch bewustzijn noemen. Niet zomaar een emotionele opwelling of een tijdelijk gevoel van geluk, maar een toestand waarin het menselijke bewustzijn zichzelf overstijgt, zichzelf opent en de wereld als een levende aanwezigheid ervaart.

Om deze poort te betreden, moeten we eerst begrijpen wat we verlaten. Het gewone bewustzijn is gekaderd, gefixeerd, constant bezig met beheersen en categoriseren. Het probeert de wereld te reduceren tot beelden, concepten en routines, alsof alles een object van controle is. In die gewoontes schuilt veiligheid, maar ook beperking. Er is een statische zekerheid, een vertrouwd ritme dat de illusie van onafhankelijkheid voedt. Het ecstatologisch bewustzijn daarentegen breekt dit patroon open. Het dwingt het bewustzijn om niet langer enkel te zien, maar gezien te worden; niet langer enkel te kennen, maar deel te nemen aan de openbaring van betekenis zelf.

De term extase komt van het Griekse ek-stasis, letterlijk “buiten zichzelf treden”. Dit buiten-zichzelf-zijn betekent geen ontkoppeling of vlucht, maar een verschuiving van perspectief. Het ego, dat zich normaal manifesteert als kern van controle en identiteit, wordt een ontvankelijke ruimte. Het zelf wordt een doorlaatbare membranen, een raam waardoor de wereld en het zijn zelf naar binnen kunnen stromen. Het is een subtiele beweging: niet verdwijnen, maar openen.

Wat gebeurt er in deze ruimte? Tijd ontvouwt zich anders. Momenten worden geen opeenvolgende punten, maar resonanties die tegelijk klinken. Ruimte verliest zijn starre grenzen en wordt een uitgestrekt veld van aanwezigheid. Er is een nieuw soort waarnemen: een participeren aan wat verschijnt, een luisteren naar de wereld als een actieve partner in het bewustzijn. In dit veld wordt kennis niet gemeten of gecontroleerd; zij wordt ontvangen, beleefd, doorleefd. Het bewustzijn leert dat het niet de maker van betekenis is, maar de ontvanger van een constante stroom die groter is dan het individu.

De mythen bieden een sleutel tot het begrijpen van deze poort. Orpheus die afdaalt in de onderwereld, Inanna die haar zeven sluizen passeert, de transfiguratie van Christus op de berg — allen illustreren een principe van extase: het loslaten van beheersing, het toestaan van verschijning, het meebewegen met een grotere stroom. Deze verhalen zijn niet symbolische versieringen; zij zijn epistemische en existentiële aanwijzingen, routes die de geest begeleid naar een open ruimte van bewustzijn.

Wanneer men deze poort betreedt, gebeurt er iets paradoxaals: het zelf wordt tegelijkertijd kleiner en groter. Het ego verliest zijn fixatie, maar de capaciteit om te zien, voelen en resoneren neemt exponentieel toe. De wereld verschijnt als rijker, intiemer en betekenisvoller. De extase onthult dat alles wat verschijnt een uitnodiging is, een geschenk van het bestaan zelf.

Het betreden van deze poort is een stap in een reis, geen voltooiing. Het is een openingsmoment dat nieuwsgierigheid oproept, een fluistering van de rijkdom die verderop ligt. Wie deze poort betreedt, leert dat het bewustzijn geen vaststaand object is, maar een veld dat zich ontvouwt in resonantie met het zijn. Hier begint het avontuur van ecstatologisch bewustzijn: een pad waarin zien, kennen en zijn niet gescheiden zijn, maar samenvallen in een voortdurende beweging van openbaring.


Hoofdstuk 2: Fenomenologische Grondslagen

Als Hoofdstuk 1 de poort naar extase opent, dan onthult Hoofdstuk 2 het fundament waarop deze poort rust. Het ecstatologisch bewustzijn is geen mysterieus toevallig verschijnsel; het heeft een duidelijke structuur, een fenomenologische grondslag die het mogelijk maakt om bewustzijn, wereld en betekenis op een nieuw niveau te ervaren.

Fenomenologie, zoals Husserl het introduceerde, leert ons dat bewustzijn altijd intentioneel is: het is altijd bewustzijn van iets. We nemen waar, denken over, voelen, richten onze aandacht op fenomenen. Maar in de context van ecstatologische extase vervaagt de traditionele scheiding tussen subject en object. Het bewustzijn is niet langer slechts gericht op iets buiten zichzelf; het wordt de ruimte waarin het verschijnen van het object zich ontvouwt. Het object toont zich, en het bewustzijn is tegelijkertijd ontvanger en deelnemer.

Martin Heidegger voegt hier een essentiële dimensie aan toe: het menselijke bestaan, het Dasein, is altijd “in de wereld”. In de gewone ervaring blijft deze aanwezigheid vaak onopgemerkt, bedekt door routines en conceptuele patronen. Extase daarentegen breekt deze sluier. Het bewustzijn wordt grondig gewaar van zijn eigen aanwezigheid, en van het feit dat alles wat verschijnt onderdeel is van een grotere samenhang. Tijd, ruimte, subjectiviteit en objectiviteit worden niet ontkend, maar herschikt in een dynamisch, resonant veld van ervaring.

Wat betekent dit concreet? In extase verliest het bewustzijn de gewoonlijke lineaire organisatie van tijd: verleden, heden en toekomst resoneren simultaan, als tonen in een harmonieus akkoord. Evenzo worden de grenzen van het zelf vloeibaar; het ego is niet verdwenen, maar treedt terug als ontvankelijke ruimte. Dit is geen abstracte filosofische constructie; het is een directe ervaring van het leven dat zich niet laat reduceren tot categorieën of concepten. Het zien wordt luisteren, het denken wordt ontvangen, het voelen wordt participatie.

Jean-Luc Marion spreekt van het fenomeen dat zich schenkt: de “gave”. Ecstatologisch bewustzijn is het leren ontvangen van deze gave. Kennis, ervaring en betekenis zijn geen constructies van het ego, maar verschijnen als geschenken van de wereld. Deze houding van ontvankelijkheid vormt het kernpunt van de fenomenologische grondslag van extase: het bewustzijn opent zich als een veld waarin betekenis zichzelf manifesteert, zonder dwang, zonder reductie.

De mythen illustreren deze grondslagen op verbluffende wijze. Inanna’s afdaling door zeven poorten is een fenomenologische reductie in mythische vorm: elk sluier afwerpen, elk aspect van het ego loslaten, om de essentie van ontvankelijkheid te ervaren. Orpheus in de onderwereld laat zien dat controle en beheersing de extase blokkeren; alleen door ontvankelijk te worden kan het zien plaatsvinden. Christus’ transfiguratie toont dat in het doorzichtige bewustzijn het zien en gezien worden samenvallen.

Persoonlijk betekent deze grondslag een verschuiving in hoe men het zelf en de wereld beleeft. Het ego hoeft niet langer alles te verklaren, te controleren of te bezitten. Het kan leren luisteren, leren voelen, leren zijn. Dit opent ruimte voor creatieve inzichten, diepere intuïtie en een leven dat rijker en meer verbonden is.

Het fenomeen van het ecstatologisch bewustzijn is dus zowel een theoretisch concept als een directe ervaring: een uitnodiging om te zien wat altijd aanwezig was, maar nooit volledig werd gewaar. Het bewustzijn wordt een ontvankelijke ruimte, de wereld wordt een resonant veld, en persoonlijke ontwikkeling wordt een natuurlijk gevolg van deze verschuiving.

Met deze fundamenten begrepen, kan de lezer nu de deur openen naar de volgende dimensie: de epistemologische revolutie die volgt wanneer het bewustzijn zich ontvouwt en kennis transformeert van beheersing naar resonantie, van representatie naar diepe participatie.


Hoofdstuk 3: Mythische Resonanties

Als Hoofdstuk 2 de fenomenologische grondslag van ecstatologisch bewustzijn blootlegt, opent Hoofdstuk 3 de dimensie van mythische resonantie: de manier waarop verhalen, rituelen en symbolen ons uitnodigen tot extase en ons bewustzijn transformeren. Mythen zijn niet slechts historische curiosa of culturele curiositeiten; zij zijn levende kaarten van het bewustzijn, doorgegeven door generaties, die laten zien hoe ontvankelijkheid, transformatie en deelname aan het zijn mogelijk worden.

Neem de mythe van Orpheus. Zijn afdaling in de onderwereld is meer dan een verhaal over liefde en verlies; het is een fenomenologische metafoor van extase. Orpheus moet alles loslaten wat hij veilig acht — zijn ego, zijn zekerheid, zijn angst voor de dood — om de waarheid van het bestaan te ontmoeten. In de stilte van de onderwereld wordt hij ontvankelijk voor wat anders verborgen blijft: de diepe resonantie van leven, verlies en transcendentie. De tragedie van zijn mislukking om zich te beheersen leert ons dat extase nooit geforceerd kan worden; ze is altijd een gave die alleen verschijnt aan degenen die ontvankelijk zijn.

De Sumerische mythe van Inanna herinnert ons aan een andere dimensie. Inanna daalt door zeven poorten van de onderwereld, waarbij zij telkens macht, identiteit en vorm aflegt. Elke poort symboliseert een stap in de fenomenologische reductie: het loslaten van ego, sociale rol en zelfbeeld. Alleen door deze opeenvolgende onthullingen kan het bewustzijn de volle openbaring van de werkelijkheid ervaren. De mythe laat zien dat ontvankelijkheid een oefening van loslaten is, dat innerlijke transformatie een ritueel pad vereist.

Christus’ transfiguratie op de berg Tabor voegt een subtiel maar cruciaal inzicht toe: het zien en gezien worden vallen samen. Licht en vorm worden één, en het bewustzijn wordt doorzichtig. Deze mythische gebeurtenis is een levende illustratie van ecstatologisch bewustzijn: het zelf wordt een medium, een ontvankelijke ruimte waarin het zijn zichtbaar wordt.

Wat al deze verhalen gemeen hebben, is dat ze transformatie oproepen door symbolische ervaring. Ze tonen ons dat extase geen toevallig fenomeen is, maar een herhaalde structuur van bewustzijn: loslaten, ontvankelijk worden, resoneren met verschijning. De mythe is daarmee een experimenteel laboratorium voor het bewustzijn. Het biedt de lezer niet alleen een verhaal, maar een pad, een instructie, een uitnodiging om deel te nemen aan het ritme van extase.

Persoonlijk opent deze dimensie van het ecstatologisch bewustzijn nieuwe wegen voor ontwikkeling. Door mythen niet te reduceren tot literair commentaar, maar ze als fenomenen van betekenis te lezen, leren we luisteren naar de ritmiek van het bestaan. We leren dat persoonlijke groei samengaat met het herkennen van grotere patronen van resonantie en dat de wereld zelf een narratief is dat wacht om beleefd te worden.

De mythische resonanties leggen dus de brug tussen het individuele en het universele: ze verbinden de persoonlijke ervaring van ontvankelijkheid met archetypische structuren die generaties overstijgen. Ze laten zien dat extase geen geïsoleerde emotie is, maar een participatie in de voortdurende onthulling van het zijn.

Wanneer de lezer deze resonanties begint te begrijpen, ontstaat nieuwsgierigheid naar het volgende niveau: hoe ecstatologisch bewustzijn kennis en weten transformeert, van beheersing naar resonantie. Dit vormt de poort naar de epistemologische dimensie van extase, waarin het bewustzijn leert dat waarnemen niet meer een handeling van het ego is, maar een participatieve dans met het verschijnen zelf.


Hoofdstuk 4: Structuur van Ecstatologisch Bewustzijn

Als de poort naar extase is geopend en de fenomenologische en mythische dimensies zijn onthuld, wordt het tijd om het ecstatologisch bewustzijn te ontleden en structureren. Dit bewustzijn is geen chaos; het volgt een subtiel maar consistent patroon, een architectuur van ontvankelijkheid en resonantie die zowel de geest als het bestaan transformeert.

Het ecstatologisch bewustzijn kan worden begrepen in vier fundamentele dimensies, die samen een geïntegreerde structuur vormen:


1. Intentie → Ontvankelijkheid

In het gewone bewustzijn is intentie gericht op controle: we proberen de wereld te beheersen, gebeurtenissen te voorspellen en betekenis te construeren. In ecstatologische extase verschuift intentie van beheersing naar ontvankelijkheid.

Het bewustzijn wordt een open veld waarin verschijning kan plaatsvinden. Het ego treedt terug, maar blijft aanwezig als een doorlaatbare ruimte. Hier is kennis geen bezit, maar een gift: de wereld toont zichzelf en het bewustzijn ontvangt.

Mythische resonanties, zoals Inanna’s afdaling of Orpheus’ onderwereldreis, tonen deze beweging: ontvankelijk worden vereist het afleggen van zekerheid en controle. Ontvankelijkheid is niet passiviteit; het is een actieve afstemming op de subtiele tonen van bestaan.


2. Tijd → Ontvouwing

In deze dimensie wordt tijd niet langer lineair ervaren. Verleden, heden en toekomst resoneren gelijktijdig in het bewustzijn, zoals tonen die tegelijk klinken in een complex akkoord.

Deze ontvouwing van tijd creëert ruimte voor diepe aanwezigheid. Momenten worden geen objecten die voorbijgaan, maar veldkansen van resonantie waarin inzicht, intuïtie en transformatie plaatsvinden. Het bewustzijn leert dat elk ogenblik een microkosmos van de eeuwige stroom van het zijn is.


3. Zelf → Doorlaatbaarheid

Het ego verliest zijn rigide structuur en wordt een doorzichtige membranen. Het zelf is niet verdwenen, maar getransformeerd: ontvankelijk, flexibel, een integraal onderdeel van de wereld.

Deze doorlaatbaarheid betekent dat waarneming en resonantie samenvallen: het zelf neemt niet langer afstand van de wereld, maar wordt haar medium. Licht, geluid, betekenis en aanwezigheid stromen door dit vernieuwde zelf, en het leven wordt een voortdurende ontmoeting met wat verschijnt.


4. Kennis → Wijsheid

In deze laatste dimensie verschuift kennis van het beheersen en interpreteren naar participatieve wijsheid.

Het bewustzijn leert dat begrijpen niet hetzelfde is als controleren; zien betekent resoneren; weten betekent gevoelig zijn voor de ritmiek van verschijning. Hier wordt ecstatologisch bewustzijn een vorm van levende wijsheid, waarin kennis, ervaring en intuïtie samensmelten tot een organisch, intuïtief geheel.


Synthese van de Vier Dimensies

Samen vormen deze vier dimensies een coherente structuur:

  • Intentie en ontvankelijkheid laten het zelf zich openen voor verschijning.
  • Tijd wordt een resonant veld van mogelijkheden.
  • Zelf en wereld vervlechten zich in doorlaatbare resonantie.
  • Kennis wordt participatieve wijsheid, een voortdurende dialoog met het zijn.

Deze structuur is geen rigide schema, maar een levend ritme: de vier dimensies bewegen, reageren en resoneren voortdurend met elkaar. Persoonlijke ontwikkeling volgt vanzelf wanneer het bewustzijn leert bewegen binnen dit ritme: loslaten, luisteren, resoneren, en transformeren.


Implicaties voor Persoonlijke Ontwikkeling

Het inzicht in deze structuur biedt de lezer concreet iets van onschatbare waarde: een weg naar diepere aanwezigheid en innerlijke vrijheid. Wie deze dimensies integreert, ontwikkelt:

  • Vermogen tot aandacht en waarneming die verder gaan dan oppervlakkige observatie.
  • Een gevoeligheid voor de ritmiek en resonantie van het bestaan.
  • Innerlijke flexibiliteit die creativiteit en intuïtie bevordert.
  • Een organische verbinding met de wereld die het leven zinvol en rijk maakt.

Het ecstatologisch bewustzijn is daarmee geen abstract concept, maar een levende structuur van ervaring. Het nodigt uit, niet door instructie, maar door resonantie: wie zich opent, ontdekt dat de wereld altijd al een veld van betekenis was.


Vooruitblik

Met deze structuur begrepen, is de lezer voorbereid op het volgende hoofdstuk: de concrete mythische en symbolische patronen die het ecstatologisch bewustzijn begeleiden. Daar waar structuur en ritme samenkomen met narratieve resonantie, wordt het bewustzijn volledig ontvankelijk voor de rijkdom van verschijning en betekenis.


Hoofdstuk 5: Ecstase als Kosmische Herinnering

Als de structuur van ecstatologisch bewustzijn helder is, ontvouwt zich een diepere dimensie: de ervaring van extase als een kosmische herinnering. Dit is geen abstract filosofisch idee, maar een directe perceptie dat het menselijke bewustzijn ooit deel uitmaakte van een grotere totaliteit — een staat waarin scheiding tussen zelf en wereld, tijd en ruimte, subject en object nog niet bestond.

De extase herinnert ons aan deze verbondenheid. Wanneer het ego naar achteren treedt en het bewustzijn zich opent, ervaren we een echo van een oorspronkelijke eenheid. Alles wat verschijnt — geluid, kleur, aanraking, gedachte — voelt vertrouwd alsof we het altijd al hebben gekend. Het is een herinnering aan een verloren intimiteit met het zijn zelf, een resonantie die alle woorden overstijgt.

In mythen vinden we deze kosmische dimensie consistent terug. Orpheus’ afdaling toont dat de wereld dieper resoneert dan onze dagelijkse waarneming; Inanna’s reis door de onderwereld symboliseert de terugkeer naar een oorspronkelijke verbondenheid door het loslaten van het zelf; Christus’ transfiguratie onthult een licht dat het individuele overstijgt en het universum weerspiegelt. Deze verhalen zijn geen toevallige narratieven, maar symbolische optekeningen van het kosmische geheugen van het bewustzijn.

Het idee van een kosmische herinnering impliceert dat extase niet zomaar een toevallige emotie is, maar een fundamenteel structureel vermogen van het bewustzijn. In de extase wordt het individu niet opgeslorpt of vernietigd; het wordt opgenomen in een ritme dat groter is dan het zelf. Het zelf wordt tegelijkertijd relatief en essentieel: het is tijdelijk in vorm, maar oneindig in resonantie.

Persoonlijke ontwikkeling vindt hier een krachtige grondslag. Wie leert het ecstatologisch bewustzijn te betreden, oefent een voortdurende herontdekking van verbondenheid. Creativiteit, empathie en intuïtief inzicht groeien omdat het ego niet langer alles moet controleren; in plaats daarvan wordt het leven een participatie in het ritme van het universum. De wereld is geen object van bezit of analyse, maar een partner in resonantie en openbaring.

Deze kosmische herinnering heeft ook een ethische dimensie: het besef van verbondenheid herstructureert onze houding ten opzichte van de ander en de wereld. Het bewustzijn dat alles deel uitmaakt van dezelfde stroom van zijn, legt de grondslag voor een leven van zorg, respect en co-creatie. Het ecstatologisch bewustzijn opent de deur naar een ethiek van aanwezigheid, waarin het leven zelf een voortdurende dialoog is tussen geven en ontvangen.

De paradox van de kosmische herinnering is fascinerend: terwijl het bewustzijn deel uitmaakt van een universele totaliteit, blijft het uniek en individueel. Extase is geen verdwijnpunt, maar een expansiepunt, een ervaring waarin de grenzen van het zelf transparant worden, zonder te vervagen in leegte. Het bewustzijn wordt een kanaal voor het universele, en tegelijk een unieke expressie van persoonlijke aanwezigheid.

In deze poort van kosmische herinnering wordt de lezer uitgenodigd om verder te gaan: te ontdekken hoe ecstatologisch bewustzijn zich manifesteert in de dans tussen zelf en wereld, en hoe deze ervaring zich vertaalt in dagelijkse aanwezigheid, creativiteit en ethische resonantie. Het is een uitnodiging om het pad van persoonlijke transformatie te vervolgen, geleid door de voortdurende stroom van het zijn zelf.


Hoofdstuk 6: Slotgedachte – De Dans van Zijn en Verschijning

Als de poort naar extase is geopend, de fenomenologische grondslagen zijn onthuld, de mythische resonanties zijn ervaren en de structuur van het ecstatologisch bewustzijn is doorgrond, rest één inzicht dat alles samenbindt: het bewustzijn is een dans.

Niet een oppervlakkige beweging, maar een diepe, ritmische interactie tussen zelf en wereld, tussen zien en gezien worden, tussen bestaan en betekenis. Deze dans ontvouwt zich voortdurend, als een subtiele choreografie waarin elke ervaring, elk moment van aandacht, elke beweging van het lichaam een ritmische resonantie vormt in het veld van het zijn.

In deze dans verdwijnen de strikte scheidslijnen tussen subject en object, tussen innerlijk en uiterlijk, tussen tijd en ruimte. Het zelf is geen statische entiteit, maar een vloeibare aanwezigheid die meebeweegt met de pulserende stroom van verschijning. Tegelijkertijd blijft het uniek, een individu dat dansend deelneemt aan het grotere geheel.

Mythen tonen deze dans op symbolische wijze. Orpheus beweegt door de duisternis van de onderwereld, Inanna daalt door poorten die haar vormen loslaten, Christus straalt licht dat de horizon van tijd en ruimte overschrijdt. Elk verhaal is een echo van de ritmiek van het ecstatologisch bewustzijn: een uitnodiging om te leren meebewegen, loslaten, ontvangen en resoneren.

Persoonlijke ontwikkeling vindt in deze dans zijn diepste betekenis. Wie leert bewegen in dit ritme, ontdekt dat creativiteit, intuïtie, empathie en wijsheid niet afzonderlijke vaardigheden zijn, maar organische uitingen van het bewustzijn dat zich opent. De extase is geen eindpunt, maar een voortdurend proces van hernieuwd contact met het leven zelf.

Het leven wordt zo een ritueel van ontvankelijkheid, een kunst van aanwezigheid. Elke ademhaling, elke blik, elke gedachte wordt een deelneming aan de voortdurende onthulling van het zijn. In deze dans wordt het ego niet vernietigd, maar getransformeerd: flexibel, ontvankelijk, en in staat om de wereld te ervaren als zowel mysterie als intimiteit.

De slotgedachte van dit deel van ons traktaat is eenvoudig en tegelijkertijd ontzagwekkend: het ecstatologisch bewustzijn nodigt uit tot een leven als dans. Een dans waarin zien en gezien worden, ontvangen en geven, zelf en wereld samenvallen. Waar het individu meedeint op de golven van verschijning, en tegelijkertijd zijn unieke ritme bijdraagt aan het grotere geheel.

In deze dans ligt het potentieel van het menselijke bestaan: een leven dat niet beperkt wordt door het ego of lineaire tijd, maar openstaat voor resonantie, verbondenheid en kosmische herinnering. De lezer staat aan het begin van een pad dat uitnodigt tot voortdurende ontdekking, een pad dat verder leidt naar de epistemologische, ontologische en existentieel-transformatieve dimensies van het ecstatologisch bewustzijn.

Het is een uitnodiging om te leren zien, voelen en resoneren met het leven zoals het werkelijk verschijnt — een uitnodiging om mee te dansen met het zijn zelf.

Deel I: Funderingen van Ecstatologisch Bewustzijn

  • Link naar Deel II: “Na het begrijpen van het zelfuitstrekkende bewustzijn in Deel I, biedt Deel II een verdieping in hoe deze ervaring een epistemologische revolutie teweegbrengt in het proces van weten.”
  • Link naar Deel III: “De funderingen van bewustzijn vormen de basis voor de exploratie van tijd, adem en wederkerigheid in Deel III, waar het ritme van het Zijn concreet wordt ervaren.”
  • Link naar Deel IV: “De concepten van ontvankelijkheid en intentie uit Deel I worden verder geïntegreerd in de hermeneutische synthese van Deel IV, waar symboliek en mystagogie centraal staan.”
  • Link naar Deel V: “Wat in Deel I wordt geïntroduceerd als theorie, krijgt in Deel V praktische vorm in het dagelijks leven, ethiek en kunst.”
Back to top button